Bij Florence denk je direct aan de familie de Medici, die als mecenae, niet alleen de macht hadden maar ook de renaissance deels mogelijk gemaakt hebben. Kijk alleen maar naar de enorme collectie Griekse en Romeinse beelden (als voorbeeld en decoratie) en het mooiste overzicht van de overgang van de middeleeuwen naar de nieuwe tijd in het Ufizzi museum.
Maar ook op tuingebied hebben ze toon gezet voor de ontwikkeling van de tuinkunst.
In reisgidsen wordt als eerste het Pitti paleis met Boboli park. Ik zou die zeker niet als eerste bezoeken en bij tijdgebrek zelfs overslaan. Ooit is het gebouwd aan de overzijde van de Arno als vlucht uit de vieze stad, maar doordat al snel in het centrum van de stad lag is er zoveel verbouwd en naar de tijdgeest vernieuwd dat alleen de centrale as met een enorm hoogteverschil nog een beeld geeft van het oorspronkelijke plan.

Dit plan is door de Zuid-Nederlander Justus Utens in vogelvlucht geschilderd samen met vele andere villa’s met tuinen van de Medici’s. Hiervan zijn er nog 14 bewaard. Deze hangen sinds enkele jaren in Villa Medicea del Petraia net buiten Florence. Deze villa en de nabijgelegen Villa di Castello hebben heel mooiere en grotendeels oorspronkelijke tuinen.

De tuin van Villa di Castello kan zelfs aangemerkt worden als een archetype voor de renaissance tuin. Een ommuurde tuin in terrassen waarin planten verzameld werden, waaronder veel citrusplanten. Deze worden aldaar niet in een orangerie overwinterd, maar ingepakt in rietmatten.



Daarnaast de techniek van een vijver boven en buiten de ommuurde tuin om de fontein altijd te laten werken.
Achtermuur van de tuin met grot (in restauratie)Grappig is wel dat het schilderij van Justus Utens een symmetrie suggereert tussen huis en tuin die er niet is. In de Renaissance was die er vaak ook niet. Het is pas een sturende stijlvorm in de Barok. Misschien liepen de schilders voorop.

Vandaar vragend en zoekend verder gewandeld naar Villa del Petraia. Rustig de tuin inwandelend worden we door iemand gemaand om snel de terrassen op te rennen en ons te voegen bij de rondleiding in het huis. Ik kwam voor de tuin. Maar hij was erg overtuigend. En ik heb er geen spijt van. Het atrium van het huis is om stil van te worden. In laat 19e eeuw overdekt met een stalen constructie. Maar die onderscheid zich helder. Een prachtige ruimte in de schaduw met balkons en arcades. Geheel gedecoreerd met fresco’s.

Ook blijken hier nu de originele vogelvlucht schilderijen van Justus Utens te hangen. Ze verdienen een prominentere plaats en belichting. Maar ik was blij ze te kunnen bestuderen.

De terrassen voor het huis voelen goed, hoewel er wel eens gediscussieerd mag worden over het beheer en de oorspronkelijke bedoeling van de strakke terrassen en de buxushagen.


Op het boventerras is waarschijnlijk met tuinpaviljoen ook de indeling van de bloembedden romantischer gemaakt.

Wat mij vooral ook opviel dat de tuinbaas er met liefde planten kweekt. Vooral ook veel bollen. De labels zijn niet bedoelt voor het publiek maar echt om zelf te weten wat er in grond en de potten gestopt is. Toch fijn dat die persoonlijke touch nog voortleeft in die tuinen. Dat was mogelijk ook wat ik miste in het Boboli park.

Een heel andere tuin in de stad is Guardino Bardini. Aangelegd aan de zuidoever van de Arno op de hellingen die altijd leeg bleven omdat ze te stijl waren om te bouwen. Aangelegd in zijn huidige vorm door de antiquair Stefano Bardini in de laat 19e eeuw. Maar zeker geïnspireerd op de tuinhistorie ter plaatse. De stijle trap, als barok benoemd maar niet gerelateerd aan de bebouwing of villa.

En een uitzicht op de stad welke die van het Piazzale Michelangelo overtreft. Daar sturen ze alle toeristen naar toe. Gelukkig maar.

Het artificiële bekje verstoort de tuin niet maar geeft haar een persoonlijk touch. Het is al met al een oase midden in de stad die met liefde en gevoel is aangelegd. Er is dan ook alle aanleiding voor de restauratie die nu; 2017 grotendeels is afgerond.
